Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij verbrandde het huis des HEEREN, en het huis des konings, mitsgaders alle huizen van Jeruzalem; en alle [15]huizen der groten verbrandde hij met vuur. 15. Anders, grote huizen. Versta, de huizen der rijken en machtigen, die van grote middelen of staat geweest waren. Dezen moesten voornamelijk lijden. Waaruit het schijnt dat enige kleine huizen van schamele en slechte lieden zijn verschoond geweest. Groten worden voor rijken genomen, Gen.24:35, en Gen.26:13; 1 Sam.25:2; idem voor lieden van staat, hfdst.10 vs.6; Jona 3:7, van beiden kan het woord hier genomen worden, als ook Lev.19:15.